5 manieren om namen te leren

Namenpingpong

De groep wordt in twee verdeeld. Elke groep is één fictieve 'ping-pong tafel' en vormt een cirkel. Om te beginnen wordt er binnen elke kring de namen kort overlopen: iedereen zegt zijn/haar eigen naam. Daarna begint de ping-pong match: iemand begint, zegt de naam van een andere speler in zijn eigen kring en wijst die persoon ook aan. Dat wordt dan de nieuwe pingponger, die op zijn beurt weer iemand nieuw aanwijst + benoemt.

Zo wordt er verder gepingpongd, tegen een fiks tempo. Als iemand een fout maakt, bijvoorbeeld een foute naam zeggen of iemand verkeerd aanwijzen of niet snel genoeg een nieuwe naam zeggen, dan valt deze uit. Wie uitvalt, wordt naar de andere kring gestuurd en moet daar gaan meespelen. Maar dat is nu net de moeilijkheid: hier ken je de namen veel minder goed!

De pingpongtafel die na 5 minuten het meeste spelers heeft, kent elkaar het beste en wint de competitie.

Ik ben tof!

Dit is een grappig spelletje waarvan iedereen een goed gevoel krijgt. Iedereen gaat in een kring staan. We beginnen bij de eerste leerling: Jef. Die leerling stapt naar het midden van de kring en roept: 'Ik ben Jef!', en de hele groep antwoordt: 'Jef is tof!'.

Daarna doet Jef een rondje binnen de kring waarbij hij met iedereen een 'high five' doet. Daarna is de volgende aan de beurt, en zo gaan we door tot we iedereen bestoeft hebben.

Op ritme

Er worden kleine groepjes gevormd. Ieder zegt om beurt zijn/haar naam. Dit wordt een tweetal keer herhaald. Daarna zegt de ganse groep telkens de naam mee. Dan klapt iedereen het ritme mee (dus telkens als de groep een naam zegt, klapt iedereen in de handen).

Dit ritme kan sneller of trager gaan. Als de namen wat gekend zijn, wisselen we van plaats. Gaat het dan nog even vlot?

Krantenklop

Rol een oude krant op tot een rol en laat iedereen in een kring gaan staan. Eén iemand moet in het midden staan en krijgt de opgerolde krant. De persoon in het midden loopt op iemand af en geeft hem/haar een mep met de krant. Deze persoon moet dan in het midden staan.

MAAR: om te vermijden dat je een mep krijgt, kan je de naam van iemand anders in de kring zeggen. Dan mag de krantenmepper jou niet meer slaan, maar probeert hij de persoon die jij net noemde te slaan. Ook deze persoon kan weer vermijden dat ze hem slaan door een andere naam te zeggen.

Je moet dus erg snel zijn en de namen van de anderen goed kennen.

Rebusnaam

Iedereen krijgt een papier en moet hierop zijn/haar naam in rebusvorm tekenen. De anderen trachten de naam te ontcijferen.

Dit kan een leuke aanzet zijn om nadien de persoon aan het woord te laten over zijn hobby’s / interesses / ideeën / …