Stemmen: Elke deelnemer krijgt één stem. Op welke manier, dat kies je zelf: met groene en rode briefjes, door je hand in de lucht te steken, een echt stembriefje (met bolletjes kleuren) …
Punten geven: Elke deelnemer maakt een lijstje met zijn favorieten. Het beste idee krijgt 5 punten, het tweede idee 4 punten ... Daarna wordt voor elk idee het gemiddelde berekend. Het idee met de meeste punten haalt het!
Spreekbeurt: Iedereen geeft een spreekbeurt over één van de mogelijke beslissingen. De vraag die aan bod moet komen is: 'Wat zijn de gevolgen als we voor deze beslissing kiezen?' Na de spreekbeurten kan er dan gekozen worden.
Voor- en nadelen opsommen: Maak met de leerlingenraad een simpel lijstje met de voor- en nadelen van elke beslissing. Daaruit kan je het meest haalbare idee waarschijnlijk al afleiden.
Andere rol: Elke deelnemer beantwoordt voor zichzelf op papier de vraag 'Welke beslissing zou ik nemen als ik 90-jaar was?' Daarna wordt dat voorgelezen en kan er een beslissing worden genomen.
Interview: Soms kan het handig zijn om enkele mensen te interviewen en te vragen naar hun mening vooraleer je een beslissing neemt. Deel je groep op in verschillende kleine groepjes. Elke groepje gaat iemand interviewen. Leg alle antwoorden samen, daaruit is de juiste beslissing hopelijk meteen duidelijk.
5-stoelenmethode: Je zet 5 stoelen willekeurig in de ruimte. Op de stoelen leg je een blad en een stift. Neem 5 minuten de tijd om de vraag die op de stoel ligt te beantwoorden. Je moet op elke stoel gezeten hebben.
o Stoel 1: Schrijf alle droge feiten en cijfers van het probleem op, probeer dus zo objectief mogelijk te zijn.
o Stoel 2: Schrijf op wat jouw gevoel je ingeeft. Hier mag je dus heel erg subjectief zijn.
o Stoel 3: Wat is het 'worst case scenario'? Je mag advocaat van de duivel zijn en het even heel erg negatief zien.
o Stoel 4: Bekijk het eens heel erg positief. Wat zijn alle voordelen die je kunt bedenken?
o Stoel 5: Op deze stoel mag je even lekker freewheelen in je manier van denken. Pak het idee creatief aan.
Je verplaatsen in de ruimte en op een andere stoel gaan zitten geeft dikwijls een hele andere kijk op de zaak, vond je niet? Daarna kunnen jullie een beslissing nemen.
Tot slot is het vaak handig om duidelijk je doel af te baken om een betere beslissing te kunnen nemen. Om je doel beter af te baken bestaat er een simpel trucje: stel 5 keer de vraag 'waarom?'
Een voorbeeld:
Waarom organiseren we activiteiten? Omdat dat leuk is!
Waarom is dat leuk? Omdat er zo een toffe sfeer wordt gecreëeerd op school!
Waarom is een toffe sfeer nodig? Omdat …
Na een vijftal keer geantwoord te hebben zal je al veel beter bij je doel zitten.