Drie wensen van leerlingen bij het starten van de modernisering

Vanaf het schooljaar 2019-2020 wordt gestart met de "modernisering" van het Vlaamse onderwijs. Wat dat juist betekent lees je hier. Maar wat vinden leerlingen daar nu eigenlijk van? Hier volgen drie wensen van scholieren bij de start van de modernisering.

1. Doorbreek de muren tussen vakken 

De nieuwe eindtermen, die bepalen wat leerlingen moeten leren op school, zijn niet meer per vak opgesteld. Maak dan als school ook gebruik van de vrijheid die ze bieden om de hokjes van de traditionele vakken te doorbreken en leerlingen zelf inspraak en keuzes te geven in wat, wanneer en hoe ze leren.

2. Laat de oude namen los

Scholieren geven aan dat de termen aso, bso, kso en tso gelinkt worden aan bepaalde vooroordelen. Toch blijven ze gewoon bestaan. Hierdoor zullen leerlingen nog steeds de druk om te beginnen in een onderwijsvorm met een betere reputatie, om dan vervolgens 'af te zakken' als de punten tegenvallen. ("Het watervaleffect") Uiteraard werkt dit erg demotiverend. Kies met de start van een nieuw systeem dus beter ook voor nieuwe namen, zodat leerlingen kunnen kiezen voor een richting die hen echt het beste ligt.

3. Maak een einde aan het watervaleffect

Leerlingen willen dat ze kunnen veranderen van richting wanneer het nodig is. Als ze merken dat ze niet op hun plaats zitten, willen ze niet moeten vaststellen dat allerlei deuren achter hun rug toe zijn gevallen. De "opstroomoptie", waarmee je uit het tweede jaar in de B-stroom toch nog naar 3 ASO kan overgaan, moet daarom overal aangeboden worden en voor iedereen beschikbaar zijn.

In de hogere jaren moet het mogelijk zijn van arbeidsmarktgerichte naar meer doorstroomgerichte richtingen over te gaan gaan (of van tso naar aso en van bso naar tso, in de oude benamingen). Dus niet enkel omgekeerd, zoals nu meestal het geval is. Zo kan het watervaleffect bestreden worden.

Reacties