Het M-decreet: scholieren tevreden met extra maatregelen, maar vol vragen en twijfels

Scholieren vinden dat elke leerling recht heeft op goed onderwijs. Ook leerlingen met speciale onderwijsbehoeften moeten de kans krijgen op gewoon onderwijs. Nieuwe maatregelen, via het M-decreet, moet die mogelijkheden versterken. Leerlingen zijn blij met deze nieuwe stap, maar zitten wel nog met een hoop vragen en twijfels. 

Als je in Vlaanderen naar school gaat, dan kan dat in het gewoon en in het buitengewoon onderwijs. Jongeren van wie de fysieke, psychologische, sociale of intellectuele ontwikkeling belemmerd wordt door een handicap of leer- of opvoedingsmoelijkheden kunnen terecht in het buitengewoon onderwijs. Het aantal leerlingen in het BuSO is de laatste jaren sterk toegenomen. In Vlaanderen is dit cijfer hoger dan in andere landen. Onderzoek toont aan dat vooral leerlingen uit kansarme gezinnen het risico lopen terecht te komen in het buitengewoon onderwijs.  

Een verdrag van de Verenigde Naties verplicht ons land om voor inclusief onderwijs te zorgen. Dat betekent dat we ervoor moeten zorgen dat leerlingen met een handicap niet uitgesloten worden uit ons onderwijs. Die leerlingen hebben dus ook het recht om naar een gewone school te gaan.  Daarom is er sinds begin 2014 ‘het M-decreet’. Dat is een Vlaamse wet die ervoor moet zorgen dat er meer leerlingen met een beperking in het gewoon onderwijs terecht kunnen. 

Scholieren zijn blij dat er stappen gezet worden om, door het M-decreet, leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ook de kans te geven om in het gewoon onderwijs hun plek te vinden. Maar toch hebben zowel leerlingen in het gewoon als buitengewoon onderwijs een hoop twijfels en vragen. 

Zijn er voldoende middelen en ondersteuning? Zijn leerkrachten voldoende opgeleid? Leerlingen uit het buitengewoon onderwijs vragen zich af of ze in een gewone school goed opgevangen zullen worden. Zijn scholen bovendien klaar om voldoende aanpassingen te doen? Gaat de klas mij aanvaarden? Zal die klasgroep ondersteund worden? De Vlaamse Scholierenkoepel hoopt dat de minister, directies en leerkrachten op deze vragen samen een antwoord zoeken.