Er studeren minder leerlingen af voor techniek en wetenschap dan de Vlaamse arbeidsmarkt nodig heeft. Daarom lanceerde onder andere de Vlaamse overheid een campagne om leerlingen te motiveren om voor een STEM-richting te kiezen.
Wat is de kans dat als je een schoolboek openslaat je een homokoppel, een dokter met een kleurtje of een nieuw samengesteld gezin tegenkomt? Die kans is klein. Veel te klein. Tijd voor wat meer diversiteit in onze schoolboeken en op school!
17.000 leerlingen gingen op verschillende manieren aan de slag rond het thema 'wat moet elke leerling leren op school?'. VSK bundelde alle meningen in een Scholierenrapport.
Het model van Knoster was voor mij, als ex-leerkracht én startend vormingsmedewerker een echte Aha-erlebnis! Het model stelt dat je bij het starten van iets nieuws, best rekening houdt met een aantal noodzakelijke voorwaarden:
Leerlingen zien nog veel onbenutte mogelijkheden in het gebruik van digitale technologie op school, maar er moet altijd nagedacht worden over het nut en de meerwaarde.
Al is het een leerlingenraad, groep collega’s of een projectgroep chrysostomos, een team bestaat altijd uit een bonte mix van mensen. Aandacht hebben voor de noden en interesses van elk teamlid én dan nog eens iets productief kunnen realiseren, is geen eitje. Met de 3 p’s breng ik je al stap in de goede richting. Het is namelijk een eenvoudig model om de leden van je team gemotiveerd te laten participeren. De 3 p’s staan voor:
Het hangt af van de regels op jouw school of je je hoofddoek mag dragen. In de scholen van het GO! is de hoofddoek overal verboden, op andere scholen hangt het af van het schoolreglement.
Praktijkervaringen in de vorm van stages bieden belangrijke leerkansen voor alle leerlingen. Elke leerling moet de kans krijgen om voor een deel in een professionele setting te leren.
Wat is jouw rol als begeleider van leerlingenparticipatie? Wanneer mag je sturen, wanneer moet je loslaten? Het antwoord vind je in het model situationeel leiderschap van Hersey en Blanchard. Dit model toont hoe je begeleidersstijl afstemt op de situatie van je groep. Om de situatie van je groep te achterhalen, stel je jezelf twee vragen:
Dat moet, voor scholen van het GO! of steden, gemeentes en provincies. Katholieke scholen moeten dit niet.