Een rapport voor de minister

15 jun 2017

Minister van Onderwijs Hilde Crevits zit bijna 3 jaar op post, dat wil zeggen dat ze ondertussen al over de helft van haar mandaat zit. De kennis en vorderingen van de meeste leerlingen worden momenteel getest in een reeks van examens en testen, een ideaal moment om ook het beleid van de minister even aan een test te onderwerpen!

6 belangrijkste thema's volgens scholieren 

Voor de Vlaamse verkiezingen in 2014 ging VSK in gesprek met enkele duizenden leerlingen over de vraag 'waar moet de volgende minister van Onderwijs volgens jou werk van maken?' Al die stemmen konden we toen in ons memorandum bundelen onder 6 thema's. Nu minister Crevits, de regering en het parlement halverwege hun termijn zitten, wilden we wel eens analyseren hoeveel er binnen die 6 thema's geëvolueerd is in 3 jaar.

  • De leerkracht

Leerlingen willen leerkrachten die gemotiveerd voor de klas staan, en die passie voor lesgeven combineren met een uitstekende vakkennis. Dat is nu nog niet altijd het geval en daar zijn heel wat redenen voor. Veel van die uitdagingen kunnen aangepakt worden in een akkoord tussen de minister en de vakbonden: het loopbaanpact. Maar dat wordt nu al jaren op de lange baan geschoven, waardoor er geen verbetering in zicht is. 

Bovendien worden leerlingen als ervaringsdeskundigen nog steeds nauwelijks gehoord bij de evaluatie van leerkrachten. Ook daar heeft de minister een belangrijke rol te spelen.

  • Pesten en welbevinden

Pesten op school blijft een groot probleem. We zijn echt blij dat de minister dit probleem heel serieus neemt en inzet op dit thema. Minister Crevits wil leerlingen versterken om andere leerlingen te helpen en te ondersteunen bij problemen, zo zien we steeds meer scholen die beginnen met vertrouwensleerlingen, leerlingenbemiddelaars of peters en meters. 

Maar cruciaal in de aanpak van pesten is natuurlijk ook de leerlingenbegeleiding. De minister heeft beloofd om met een nieuwe wet duidelijkheid te scheppen in de taakverdeling tussen de school en CLB, maar de deadlines worden niet gehaald.

  • Inspraak voor leerlingen

De minister heeft burgerschap terecht naar voor geschoven als een belangrijk thema. Dit kan niet gewoon geleerd worden uit een boek of door een lijstje af te vinken, maar moet volgens scholieren in het DNA van de school zitten. Als leerlingen inspraak krijgen en mee beslissen ervaren ze burgerschap in de praktijk, die link wordt nu nog veel te weinig gelegd. Eerder dan te discussiëren over of burgerschap nu één of meerdere vakken moet zijn, zou de minister leerkrachten en directies beter een duw in de rug te geven om hier echt werk van te maken.

  • Schoolregels en straffen

Leerlingen maken zich zorgen over het groot aantal schoolverlaters zonder diploma. Ook zien we de cijfers van definitieve uitsluitingen jaar na jaar stijgen. Leerlingen die uitgesloten worden lopen meer risico om helemaal uit de boot te vallen. De minister heeft hier werk van gemaakt met een actieplan waarin enkele broodnodige maatregelen staat. Het belangrijkste voor leerlingen is echter dat scholen op een andere manier met conflicten leren omgaan. Minder straffen en uitsluiten, meer praten en proberen de band met de leerling te herstellen

  • Diversiteit

Voor jongeren is de diverse samenleving, met al haar voordelen en problemen, niet meer of minder dan een evidente realiteit. Maar voor scholen is dit veel minder het geval. We geloven in de goede bedoelingen van de minister, maar zien dit nog te weinig vertaald in haar acties. De onderwijsmodernisering bevestigt de scheiding tussen aso-richtingen en andere onderwijsvormen.

Er zijn daarnaast op scholen nog maar weinig initiatieven om jongeren met verschillende achtergronden in contact te brengen met elkaar. En het debat over de hoofddoek op school mag echt wel eens opnieuw geopend worden. Daar zien scholieren een belangrijke rol voor de minister.

  • Leren op school 

17.000 leerlingen hebben vorig jaar tijdens het groot maatschappelijk debat rond de eindtermen verteld wat ze willen leren op school. Maar de weg naar nieuwe eindtermen lijkt nog bijzonder lang en verraderlijk. Leerlingen willen ambitieus onderwijs voor iedereen. Daarom zijn ze tevreden dat de minister meer leerlingen de kans wil geven op de werkplek. Alleen hopen we dat ook de meest kwetsbare leerlingen nog een plaats zullen hebben in het verhaal van duaal leren. 

Daarnaast heeft de minister met de Columbus-proef  een goede stap gezet om leerlingen beter te begeleiden in de overstap naar hoger onderwijs. De eerste experimenten met deze proef tonen wel dat er nog wat werk aan de winkel is.

En last but not least: de langverwachte modernisering. Zoals het er nu naar uitziet is deze te vrijblijvend om voor de grote verandering te zorgen op onze scholen. Kan de minister dit nog rechttrekken of zal iedere school zomaar zelf beslissen of ze al dan niet hervormen?

Algemeen

Over het algemeen scoort de minister als persoon goed bij scholieren. Ze staat open voor leerlingen, gaat geen discussie uit de weg en is altijd bereid om een selfie te nemen. Beleidsmatig is er nog werk aan de winkel, maar er zijn nog 2 jaar om op enkele punten extra in te zetten. Net zoals voor scholieren, worden ook voor de minister de prijzen pas uitgedeeld aan de meet.

Maar toch maken we ons als Scholierenkoepel wel echt zorgen over een aantal belangrijke dossiers: de modernisering van het secundair onderwijs, de nieuwe eindtermen en het dossier rond leerlingenbegeleiding lijken muurvast te zitten. Het zou jammer zijn als we weer terug moeten kijken op 5 jaar zonder beweging. (Al weten we ook dat het al dan niet slagen van zulke dossiers niet enkel door de minister wordt bepaald.)

Lees het hele rapport (pdf)